20 december 2024 | 5 min.

Actuele situatie in de landbouw

Vertrouwen akkerbouwers gelijk
Het vertrouwen van akkerbouwers is in het derde kwartaal van 2024 met 1 punt gelijk aan dat in tweede kwartaal (figuur 3), en ligt daarmee onder het gemiddelde niveau in de periode 2014-2023 (8 punten). De Agro Vertrouwensindex wordt bepaald door de stemming over de huidige bedrijfssituatie en de verwachting van de bedrijfssituatie op middellange termijn (2 à 3 jaar). Een index van nul geeft aan dat de groep ondernemers die vertrouwen heeft in hun onderneming even groot is als de groep ondernemers met gebrek hieraan. Zowel het oordeel over de huidige bedrijfssituatie als de verwachting over de toekomst zijn niet gewijzigd, en beide indexen liggen onder het langjarig gemiddelde.

 

Figuur 3 Agrarische Grondprijs

Figuur 3 Agro Vertrouwensindex per kwartaal, 2022-2024
Bron: Wageningen Economic Research, A.S.R., Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

 

Vertrouwen melkveehouders opnieuw toegenomen
Het vertrouwen van melkveehouders is in het derde kwartaal van 2024 weer wat verder hersteld na het dal in het eerste kwartaal. Het vertrouwen blijft met 6 punten echter laag (figuur 3), en ligt ruimschoots onder het gemiddelde van 11 punten over de periode 2014-2023. Het toegenomen vertrouwen in het derde kwartaal is het gevolg van een hogere verwachting over de economische bedrijfssituatie over 2 à 3 jaar; het oordeel over de huidige situatie nam heel licht af. Beide indexen liggen onder het langjarige gemiddelde.

Inkomen melkveebedrijven stijgt
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf in de melkveehouderij in 2024 wordt geraamd op 74.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (figuur 4). Dit is 9.000 euro meer dan in 2023 en ligt 11.000 euro boven het gemiddelde niveau in de periode 2019-2023. De spreiding in de geraamde inkomens is groot. Zo heeft in 2024 een op de vijf bedrijven maximaal 22.000 euro, en een even grote groep meer dan 104.000 euro inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Het hogere geraamde inkomen is het gevolg van een sterkere toename van de opbrengsten dan van de kosten.

Figuur 4 Agrarische Grondprijs

Figuur 4 Inkomen uit bedrijf (1.000 euro) per onbetaalde arbeidsjaareenheid, 2001-2024

(v) voorlopig; (r) raming. Bron: Wageningen Economic Research.

Opbrengsten melkveebedrijven 5% hoger
De totale opbrengsten in de melkveehouderij stijgen volgens de raming in 2024 met 29.000 euro (+5%) tot 671.000 euro per bedrijf, vooral door de hogere melkprijs (figuur 5). De gemiddelde melkprijs in 2024 zal ten opzichte van 2023 met 9% toenemen en naar verwachting uitkomen op 51,50 euro per 100 kilogram inclusief nabetaling en toeslagen. Dat is 4 euro hoger dan een jaar eerder.

Kosten melkveebedrijven stijgen met 3%
De gemiddelde betaalde kosten en afschrijvingen stijgen volgens de raming in 2024 met 14.000 euro (+3%) tot 546.000 euro per bedrijf door onder meer hogere kosten van gebouwen, machines en werktuigen, betaalde rente en mestafzet. De mestafzetkosten stijgen met circa 6.000 euro tot 14.000 euro per bedrijf. De kosten van veevoer, kunstmest en energie dalen dankzij lagere prijzen (figuur 7).

Figuur 5 Agrarische Grondprijs

Figuur 5 Melkprijs af boerderij (euro/100 kg, exclusief btw), 2022-2024 (t/m november)

Bron: Wageningen Economic Research.

Daling inkomen akkerbouwbedrijven
In de akkerbouw wordt voor 2024 een gemiddeld inkomen geraamd van 89.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (figuur 4). Dit is een afname van 23.000 euro ten opzichte van het jaar ervoor, maar 6.000 euro hoger dan het gemiddelde over de periode 2019-2023. De spreiding in de geraamde inkomens is nog groter dan in de melkveehouderij. Zo realiseert een op de vijf akkerbouwbedrijven een inkomen van maximaal -13.000 euro, en een even grote groep meer dan 120.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid. De spreiding in inkomens wordt veroorzaakt door onder meer verschillen in bouwplan, afzetwijze van producten en regionale productieomstandigheden (zoals droogte en beregeningsmogelijkheden). Het lagere inkomen in 2023 wordt veroorzaakt door lagere opbrengsten en hogere kosten.

Figuur 6 Agrarische Grondprijs

Figuur 6 Prijzen af boerderija (euro/100 kg, exclusief btw) enkele akkerbouwgewassen, 2022-2024 (t/m september/oktober)

a Enkele ontbrekende prijzen in de maanden juni en juli zijn geïnterpoleerd.

Bron: Wageningen Economic Research.

 

Opbrengsten akkerbouwbedrijven 3% lager
De totale opbrengsten in de akkerbouw nemen volgens de raming in 2024 met 14.000 euro (-3%) af ten opzichte van 2023 tot gemiddeld 408.000 euro per bedrijf. De kg-opbrengsten van de aardappelen in 2024 zijn over het algemeen redelijk tot goed, met naar verwachting fors hogere prijzen voor zetmeel- en pootaardappelen (15% tot 20%), en een wat lagere prijs (-5%) voor consumptieaardappelen. De opbrengst van suikerbieten valt veel lager uit door een lagere kg-opbrengst en een sterke prijsdaling (-20%). Ook de prijs van zaaiuien neemt sterk af (-35%), maar de kg-opbrengst stijgt licht. De graanprijzen voor oogstjaar 2024 zijn gestabiliseerd (figuur 6) en weer terug op het prijsniveau van voor de oorlog in Oekraïne. Door de natte weersomstandigheden vielen de kg-opbrengsten van granen erg tegen in 2024.

Kosten akkerbouwbedrijven 4% hoger
De gemiddelde betaalde kosten en afschrijvingen stijgen volgens de raming in 2024 met 11.000 euro (+4%) tot 316.000 euro per bedrijf. De kosten van bedrijfsmiddelen zijn over de hele linie gestegen, met name die van gewasbeschermingsmiddelen, gebouwen en machines en financiering. De kosten van energie en kunstmest dalen door de lagere prijzen.

 

Figuur 7 Agrarische Grondprijs

Figuur 7 Prijsindices (2015=100) van enkele agrarische productiemiddelen, 2022-2024 (t/m september/november)

Bron: Wageningen Economic Research.