25 juli 2025 | 5 min.
Het vertrouwen van akkerbouwers is in het eerste kwartaal van 2025 iets gedaald in vergelijking met het voorgaande kwartaal (figuur 3). Het vertrouwen blijft in de laatste vier kwartalen maar net boven nul, en zit onder het gemiddelde niveau in de periode 2015-2024 (7 punten). De Agro Vertrouwensindex wordt bepaald door de stemming over de huidige bedrijfssituatie en de verwachting van de bedrijfssituatie op middellange termijn (2 à 3 jaar). Een index van nul geeft aan dat de groep ondernemers die vertrouwen heeft in hun onderneming even groot is als de groep ondernemers met gebrek hieraan. Het licht afgenomen vertrouwen van de akkerbouwers is het gevolg van een lagere toekomstverwachting die deels is gecompenseerd door een verbeterde stemming over de huidige bedrijfssituatie.
Figuur 3 Agro Vertrouwensindex per kwartaal, 2023-2025
Bron: Wageningen Social & Economic Research, A.S.R., Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Het vertrouwen van melkveehouders is vier kwartalen op rij toegenomen (figuur 3). In het eerste kwartaal van 2025 is het uitgekomen op 19 punten, ruim boven het langjarige gemiddelde (9 punten). Het toegenomen vertrouwen in het eerste kwartaal van 2025 is vooral te danken aan een verbeterde verwachting over de economische bedrijfssituatie over 2 à 3 jaar. Die komt nu wat hoger uit dan het gemiddelde in de periode 2015-2024. Ook oordeelden de melkveehouders gunstiger over de huidige bedrijfssituatie (stemmingsindex). Deze index steeg in het eerste kwartaal van 2025 tot 36 punten, veel hoger dan het gemiddelde over de laatste tien jaar (19 punten).
Het maandsaldo van het gestandaardiseerde melkveebedrijf is in de loop van 2024 sterk gestegen tot meer dan 35.000 euro in december 2024 en januari 2025 (figuur 4). In de maanden daarna viel het saldo lager uit, maar in mei volgde een sterke verbetering tot 39.000 euro per bedrijf. Dat is 40% hoger dan in mei 2024, en ruim 80% boven het tienjarig gemiddelde (2015-2024) van de maand mei. Het hogere saldo is vooral het gevolg van de gestegen melkprijs. De hoge prijzen van verkochte slachtkoeien en nuchtere kalveren deden daar nog een schepje bovenop. De toegerekende kosten bleven vrijwel onveranderd. Het gestandaardiseerde bedrijf is een bedrijf van 117 melkkoeien met een gemiddelde melkproductie van 9.080 liter per koe.
Figuur 4 Maandsaldo (euro/bedrijf) gestandaardiseerd melkveebedrijfa, 2023-2025 (t/m mei)
Bron: Wageningen Social & Economic Research.
De verbetering van het maandsaldo melkveehouderij (zie hiervoor) is vooral te danken aan de stijging van de melkprijs. Vanaf het najaar van 2023 is de melkprijs gestegen van 40 euro tot 57 euro per 100 kg in december 2024 (figuur 5). In de eerste helft van 2025 is de melkprijs vrij stabiel gebleven op een niveau rond de 55 euro, tegen een gemiddelde prijs van 39 euro per 100 kg in de periode 2015-2024.
Figuur 5 Melkprijs af boerderij (euro/100 kg, exclusief btw), 2023-2025 (t/m juni)
Bron: Wageningen Economic Research.
De af-boerderijprijs van consumptieaardappelen is vanaf februari dit jaar fors gedaald (figuur 6). De scherpe prijsdalingen van aardappelen hebben volgens de North-Western European Potato Growers Foundation (NEPG) te maken met verschillende factoren. Zo daalde het exportvolume van aardappelproducten van de NEPG-leden (België, Duitsland, Frankrijk en Nederland) tussen 2023 en 2024, mede door toenemende concurrentie en oplopende productiekosten. Daarnaast neemt de productie toe uitgaande van de stijging van het areaal aardappelen in deze landen in 2024 en 2025. De NEPG schat voor dit jaar een stijging van het NEPG-areaal met 5% (25.000 ha). Volgens de voorlopige cijfers van de Landbouwtelling neemt het totaal aardappelareaal in Nederland dit jaar toe met 9.700 ha tot ruim 164.000 ha. Het areaal consumptieaardappelen neemt volgens de voorlopige cijfers toe met 6.600 ha tot 83.000 ha (+8,6%). De af-boerderijprijs van tarwe is tussen januari en mei van dit jaar met ruim 8% gedaald tot ongeveer 200 euro per ton (figuur 6) en zit daarmee op gemiddelde prijs over 2024. Het totaal graanareaal neemt dit jaar volgens de voorlopige cijfers toe met ruim 10.000 ha tot 166.000 ha. In 2023 lag het areaal nog op 188.000 ha, maar door het zeer natte najaar van 2023 viel het areaal wintertarwe in 2024 ruim 40.000 ha lager uit.
Figuur 6 Prijzen af-boerderija (euro/100 kg, exclusief btw) enkele akkerbouwgewassen, 2022-2025 (t/m mei/juni)
a Enkele ontbrekende prijzen in de maanden juni en juli zijn geïnterpoleerd.
Bron: Wageningen Social & Economic Research.
De prijzen van productiemiddelen, zoals veevoer, energie en kunstmest, zijn na het hoge niveau in 2022 in 2023 weer sterk gedaald (figuur 7). De prijs van veevoer (op basis van standaardbrok A) is vanaf mei 2024 tot juni dit jaar nauwelijks veranderd, terwijl de prijs van brandstof (gasolie) in deze periode per saldo nog iets verder is gedaald. De prijsindex van kunstmest (op basis van kalkammonsalpeter) is vanaf mei 2024 gestegen tot 124 in mei van dit jaar, ofwel 24% boven de gemiddelde prijs in 2015.
Figuur 7 Prijsindices (2015=100) van enkele agrarische productiemiddelen, 2022-2025 (t/m mei/juni)
Bron: Wageningen Social & Economic Research.