28 juni 2023 | 6 min.
Met grote passen beent hij door het weiland. Af en toe duwt hij galant het schrikdraad naar beneden, zodat zijn gasten zonder elektrische schokken het terrein kunnen verkennen. Ondertussen rent een haas voor ons uit en schiet er een patrijs op uit de berm. John Heesakkers had ooit een gangbaar melkveebedrijf en maakte 12 jaar geleden de overstap naar biologisch. Een jaar of vijf geleden vielen de laatste puzzelstukjes op hun plek: hij koos voor agroforestry. Inmiddels staan er meerdere landschapselementen op zijn terrein die de transformatie compleet maken.
John en zijn vrouw Angelique Heesakkers vormen de 7e generatie op het agrarisch bedrijf Janmiekeshoeve in Mariahout. Zelf noemt John het een doorschakeling, geen omschakeling. ‘Wij zitten hier tegen de bossen aan. Als boer wil ik voedsel produceren. Hoe breng je dan landbouw samen met natuur? Je hebt een gezin, een bedrijf dat moet draaien. Als je dure landbouwgrond gaat afwaarderen naar natuur, kom je financieel nooit uit.’
Heesakkers: ‘Daarom hebben we gekozen voor agroforestry, in de vorm van vruchtdragende bomen en struiken voor menselijke consumptie. Een prachtig neveneffect is dat de biodiversiteit enorm toeneemt. Sommige werkzaamheden zijn intensiever, zoals eggen en schoffelen. Maar zo blijft de bodem open en poreus. Ik zie mezelf als rentmeester, ik heb de grond in bruikleen. En als ik er goed op pas, kan de volgende generatie er weer mee verder. Dat idee spreekt me aan.’
John Heesakkers pacht een deel van zijn grond van het ASR Dutch Farmland Fund, een van de grootste landbouwgrondeigenaren in het Nederlandse buitengebied. Twee jaar geleden introduceerde a.s.r. een duurzaamheidskorting voor boeren die iets willen doen voor de biodiversiteit. Wie een bloemrijke grasstrook, poel of ander landschapselement aanlegt, krijgt korting op de pachtprijs. De eerste drie jaar 10 procent, daarna 5. ‘De eerste drie jaar moet je wat omvormen, dus je mist inkomsten’, vertelt Ronald Kramer, rentmeester bij a.s.r. ‘Maar in combinatie met vergoedingen vanuit de overheid en een meerprijs van bijvoorbeeld de melkfabriek, kan het uiteindelijk prima in je verdienmodel passen.’
Inmiddels doen meer dan 200 van de 2.600 klanten van a.s.r. mee. Voor nieuwe klanten wordt het zelfs een eis, zegt Kramer, ‘omdat we snappen dat we met z’n allen ons best moeten doen om de natuur in Nederland te verbeteren.’
Ruim een jaar geleden ontstond er contact tussen SBNL Natuurfonds en a.s.r. Ze zochten raakvlakken voor een samenwerking. SBNL was inmiddels bezig met het ontwikkelen van Natuur om de Hoek. a.s.r., gezien het grote aantal pachters, zou een interessante partner kunnen zijn. Grenzend aan het SBNL-terrein Helenavaart ontstaat intussen het eerste samenwerkingsplan.
'We hebben daar een groot aaneengesloten gebied met acht pachtende boeren’, vertelt de rentmeester van a.s.r. ‘Vijf zijn redelijk enthousiast. SBNL Natuurfonds heeft een schetsplan gemaakt, waarin veel hagen zijn getekend, om het coulisselandschap terug te brengen. Op enkele plekken waar het wat natter is, is een poel bedacht. Alles gebeurt op vrijwillige basis. Wij vinden het belangrijk dat een ondernemer er zelf voor kiest.’
Belangrijk dat de ondernemer er zelf voor kiest
Kramer: ‘In het gebied hebben we een tijd geleden een oud slachthuis gerestaureerd, daar zit nu jeugdzorg in. Zij hebben een halve hectare, waar we straks als eerste beginnen met de aanleg van een poel en wat hagen. Er zijn schetsen gemaakt, offertes opgevraagd bij lokale ondernemers. Het is belangrijk om ook de omgeving erin te betrekken.’
De rentmeester is enthousiast over de samenwerking met SBNL Natuurfonds. ‘Ik vind het leuk hoe zo’n kleine club toch overal potjes weet aan te breken. Ik weet dat er ook overleg plaatsvindt met een keten van vakantieparken, maar wij hebben daar helaas geen grond in directe omgeving. Mocht er worden nagedacht over bijvoorbeeld fietsroutes, dan kan dit wel weer langs de gronden van onze boeren. De wil om samen te werken is er zeker.’
Kramer: ‘Toen ik 5,5 jaar geleden begon bij a.s.r., zei mijn directeur: we moeten eeuwigheidswaarde creëren in de grond. Een mooie uitdrukking. We hebben er niks aan als de bodem over een paar jaar ‘uitgeboerd’ is. Dat betekent dat je anders of misschien zelfs niet moet ploegen, af en toe rustgewassen moet zaaien die goed zijn voor de bodem. Daarom hebben we als a.s.r. nu ook tegen akkerbouwers gezegd: als je op 15 procent van je akkerbouwgrond vlinderbloemige gewassen verbouwt, zoals lupine, kun je ook meedoen met onze duurzaamheidskorting.’
John Heesakkers beaamt dat a.s.r. een omslag heeft gemaakt: ‘Als ik 15 jaar geleden had gezegd dat ik bomen wilde planten op landbouwgrond, had ik als antwoord gekregen: o nee, dat is niet aan de orde.’ John heeft inmiddels zijn melkkoeien verkocht. Nu heeft hij alleen nog zoogkoeien met kalfjes. Zij houden de laaggelegen weilanden kort. Daarnaast is er de kippenkar met 249 legkippen die momenteel vanwege de ophokplicht helaas moeten binnenblijven.
Of het huidige landbouwsysteem eindig is, durven beiden niet te zeggen. ‘Er komt verandering, maar in een 180 graden draai geloof ik niet’, zegt Kramer. ‘Als iedereen hetzelfde doet als John, is het ook niet meer interessant. Ik denk dat het straks een mix wordt van duurzame bedrijven en bedrijven die er echt voor de productie zijn. Het zou bovendien goed zijn, als boeren hun verdienmodel kunnen uitbreiden met bijvoorbeeld een camping, winkel aan huis, samenwerken met de zorg. Of misschien zelfs wel tiny houses, wonen bij de boer.’
Maar dat vergt wel een flexibele overheid, voegt Heesakkers toe. ‘Binnen de Bestemmingswet heeft alles maar één functie, dus agrarisch, wonen, industrie of natuur. Een meerdere lagen-bestemming is er eigenlijk niet. Maar met een tijdelijke ontheffing voor bijvoorbeeld 15 jaar zou het prima kunnen.’ De rentmeester van a.s.r. beaamt dit: ‘Je hebt ambtenaren nodig die een beetje creatief willen meedenken. Maar daarmee kun je wel een hoop leegstand en verpaupering voorkomen.’
Misschien geen draai van 180 graden, maar dat de landbouw moet en uiteindelijk ook zal veranderen, daarvan zijn beiden overtuigd. John Heesakkers: ‘De waarde van de grond verandert, maar ook de maatschappij. Als boer moeten wij meebewegen. Je kunt niet met je hakken in het zand gaan staan en zeggen: zo hebben we het altijd gedaan.’ Ronald Kramer vult aan: ‘Als ondernemer moet je altijd openstaan voor nieuwe dingen, anders overleef je niet.’
Bron: Mijn Natuur zomer 2023, SBNL Natuurfonds
Foto's: ©Marlies Kolthof en Joni Israeli