14 september 2014 | 5 min.
Dave Smit (46) is een van de zes vennoten van de BV in het dorp net boven Schagen in de kop van Noord-Holland. ‘De groentetuin van Europa’, noemt hij dit gebied, waar van oudsher kool en vollegrondsgroente in de polder De Zijpe staan. Daar teelt het bedrijf ijsbergsla, spitskool, spinazie, boerenkool en luzerne. Kool en luzerne groeien op de klei, de andere gewassen op zand. In totaal heeft het bedrijf 186 ha grond in gebruik, maar doordat veel teelten dubbel zijn, wordt er jaarlijks 350 ha geoogst. Neem ijsbergsla, waarvan alleen al in één jaar 180 ha wordt geteeld. Dagelijks rijden twee tot drie vrachtwagens weg volgeladen met verse ijsbergsla voor de klant. Ook in Spanje beschikt de BV over een bedrijf met 200 ha spinazie, andijvie, boerenkool en spitskool. Als bijzonderheid teelt Pater Broersen in Waarland nog op 4.000 m² groente op water. Heel innovatief. Afhankelijk van het seizoen heeft het bedrijf 30 tot 60 personeelsleden aan het werk, de meeste uit Polen en Roemenië.
Grondruil met bollenkwekers is een heel belangrijke factor in De Zijpe. Zij moeten steeds op zoek naar verse geestgrond (zand), want hooguit eens in de zeven jaar mogen bollen op hetzelfde zandperceel geteeld worden. In heel West-Friesland is grondruil met bollentelers gebruikelijk. De reizende bollenkraam heet dat in vakkringen. Daar doet Pater Broersen aan mee met als extra voordeel dat het bedrijf land krijgt met een lage onkruiddruk.
Het past bij de strategie van de BV om de onkruiddruk bij de grond te verbeteren. De bollenteler pakt het specifieke onkruid bij de bollenteelt aan met gewasbeschermingsmiddelen maar ook door twee keer te ploegen. Na de bollen komt er ijsbergsla of boerenkool op het land te staan, dat ook wordt aangepakt met middelen tegen de specifieke onkruiden bij de groenteteelt en wordt er weer geploegd en bemest. Het resultaat is dat wisselende onkruiden worden aangepakt en dat de grond verbetert. “Voor ons heel belangrijk. Je ziet de productie verbeteren, maar dat is niet het belangrijkste. Je krijgt minder missers. Je kunt in je bouwplan de juiste en betere keuzes maken. Daardoor functioneer je als bedrijf beter’, zet Dave Smit uiteen.
Erfpacht speelt een belangrijke rol bij Pabro. Het bedrijf heeft een lange relatie met a.s.r. real estate. Vroeger huurde het bedrijf grond van a.s.r, maar daar zat een behoorlijke stressfactor bij, vertelt Dave Smit. “We waren afhankelijk. Wat a.s.r. ons kon leveren, moest maar net in ons bouwplan en in onze rotatie van gewassen passen. Je sprak bijvoorbeeld levering rond half juni af, maar als tulpen dan toch nog tien dagen langer op het perceel stonden, was dat niet echt prettig.”
In overleg met rentmeester Teus Bor kwam de mogelijkheid van erfpacht aan bod. Dat geeft Pabro zekerheid. De rollen konden worden omgedraaid, want de zeggenschap over de grond komt nu bij de BV als erfpachter te liggen. Het bedrijf kan nu zelf bepalen wat er met de grond gebeurt.
Pabro heeft van a.s.r. real estate 80 ha in erfpacht en nog eens 20 ha op basis van zesjarige pacht. Dat is meer dan de helft van alle grond die in gebruik is. Allemaal zand. De overige grond is klei: 80 ha eigendom en nog eens 6 ha is in pacht van derden. De grond van a.s.r. is in de afgelopen vier jaar stapsgewijs in gebruik genomen. Sinds dit seizoen heeft Pater Broersen de beschikking over al die grond. Dat hele proces is gepaard gegaan met een jaarlijkse groei van het areaal met vijf tot tien procent. Groeien is overigens geen doel op zich. “We hoeven niet zo nodig groot te zijn. Het gaat om inspelen op de vraag, om beschikbaarheid van het product zoals de afnemer vraagt”, zet Dave Smit uiteen.
De werkwijze van Pabro past bij de huidige tijd met minder, maar wel grotere bedrijven, waarmee afnemers heldere afspraken maken, niet alleen over de prijs. “Het gaat al lang niet meer om de laatste cent, maar om betrouwbaarheid en vertrouwen. De afnemer wil constante zekerheid van levering tegen een constante kwaliteit. Als teler moet jij zorgen voor een goede afzet ”, geeft Dave Smit in de voorwaarden aan. Nu gaat 60 procent van de productie op contract - die groente is op voorhand al verkocht - de rest op basis van weekprijzen.
Het liefst had Dave Smit de erfpachtgrond gekocht, maar dat was financieel niet haalbaar met grondprijzen in dit deel van Noord-Holland van 85.000 euro voor zandgrond en 65.000 euro voor klei. Hij beschouwt de grond wel als bijna eigendom. Op termijn kan dat woordje bijna er ook vanaf, want in het contract is geregeld dat Pabro na 10 of na 26 jaar de grond kan kopen. Een stukje van de koopprijs is al voldaan, want bij de erfpacht brengt de pachter per ha een deel eigen geld in.
Met het geheel is hij tevreden. “Anders waren we er ook niet aan begonnen. Je zet zo’n stap, omdat je verwacht dat het ook rendeert. Je weet waar je aan toe bent. Beschikbaarheid van grond is belangrijk. Het verdienmodel zit ‘m in de producten. Het geeft rust en zekerheid.”