18 december 2018 | 6 min.
Rustig rijdt de 49-jarige beheerder in een elektrische golfkar tussen de naald- en loofbomen en de open plekken door op het landgoed aan de weg van Esbeek naar Lage Mierde. Af en toe stopt ze. Even uitstappen om een van de twee natuurtheaters te laten zien, waar een uitvaart kan plaatsvinden, of bij een van de kunstwerken van het Land Art project. Hier hangt tussen twee bomen een groot wollen kleed dat de vergankelijkheid weergeeft. De wollen draden waaien en vergaan in de natuur. “Het symboliseert dat we in het leven allerlei verbindingen maken. Die gaan na de dood voort, maar uiteindelijk lossen ook die verbindingen op in een groter geheel,” legt Joyce Sengers uit. Kunst neemt nog een andere speciale plaats in op het terrein. Kunstenaars: schrijvers, dichters, beeldhouwers, schilders, kunnen allemaal een plek krijgen in de nationale erebegraafplaats ‘Kunstrijk’.
Verderop wijst ze verschillende graven aan. Bijvoorbeeld dat van haar vader bij een meerstammige eikenboom. Geen grafsteen, zerk of verharding, maar een sobere hoop zand, met een al even sobere aankleding van natuurlijk materiaal en planten. En een houten schijf met de naam van de overledene erop. Uiteindelijk gaat het vergankelijke materiaal allemaal op in de natuur. Op den duur is eigenlijk niet meer te zien dat hier doden liggen.
Alles straalt rust uit, maar er is ook oog voor de natuur. Natuurbegraven is voor Joyce Sengers en haar Stichting Een&Al Natuurbegraven meer dan alleen een rustplaats voor een dode in een natuurgebied. Ze wil tegelijkertijd de ecologie op het landgoed versterken. De begraafplaats wil zij terugbrengen naar een natuurbos zoals het er ver voor de jaartelling moet zijn geweest. De verbinding herstellen met het leven van toen, noemt de initiatiefneemster het. Daarbij bestempelt ze het landgoed De Utrecht als een ‘oude plek’ door boeren in cultuur gebracht met heide en akkers en later bebost met naaldbomen om de gangen in de steenkolenmijnen te stutten. “Wie nu over de begraafplaats loopt, voelt de natuurlijke oorsprong van dit gebied”, ervaart Joyce Sengers. Dat natuurlijke zet ze tot in detail door. Het betekent geen gekweekte bloemen op de graven, want daar zitten vaak chemische stoffen in. Ook geen gedenktekens, poppen of wat dan ook als er verf, nylon, plastic of ander niet-afbreekbaar materiaal in zit. Alleen voorgeschreven bomen en kruiden, die in het bos thuis horen, plus gedenktekens en kransen gemaakt uit natuurlijke materialen, die uiteindelijk verteren. In speciale workshops worden ze gemaakt. Ook voor de kist gelden dergelijke bepalingen. De kist of mand moet gemaakt zijn van natuurlijke materialen en biologisch afbreekbaar zijn.
Voorafgaand aan de start van de natuurbegraafplaats in 2016 is meer dan de helft van de naaldbomen gekapt om plaats te maken voor inheemse loofbomen. Er stonden alleen naaldbomen bedoeld voor de houtoogst. Straks vormen de loofbomen het overgrote deel van het bos. Hun blad zorgt voor een humuslaag, die insecten aantrekt en daardoor ook meer vogels en andere dieren. Nu al bespeurt zij nieuwe vogelsoorten, waaronder de raaf. Toeval of niet, de raaf is het symbool van de dodenvogel.
Onderweg in haar ritje laat ze open plekken en lanen zien die voor gevarieerdheid en zichtlijnen zorgen. Ook wijst ze op het watertje de Duivelsrijtseloop, dat voorzien is van amfibievriendelijke oevers en inmiddels mooi begroeid is met gagel, die graag met de voeten in armere, nattere aarde staat. “Jammer dat de meeste bezoekers niet helemaal zo diep het gebied in trekken”, vindt Joyce Sengers. Met de wisselende waterstand is dit haar favoriete plek. Iedere dag weer anders. Hier verraadt zich haar achtergrond als landschapsarchitect en ontwikkelaar van groenprojecten, waaraan ze na een carrière in het onroerend goed begon. Daarbij heeft de Brabantse zich gespecialiseerd in natuurbegraven, een andere wijze van begraven die in Engeland is ontstaan. Inmiddels telt Nederland 15 van dit soort begraafplaatsen.
Soms kan een toevallig contact tot een bijzondere uitkomst leiden. Joyce Sengers kwam tijdens een bijeenkomst rentmeester Harry Breviers van a.s.r. real estate tegen. Uit het gesprekje volgde een afspraak van drie uur in de art deco brandtoren die boven het landgoed uitsteekt. “Interessant, je moet dat hier gaan doen”, was de spontane reactie. Het bijzondere idee met zoveel duurzaamheid en natuurontwikkeling paste bij de visie van a.s.r. real estate, die op deze manier ook de maatschappelijke betrokkenheid bij gevoelens in de samenleving kan tonen. Ook na dat eerste overleg is volgens de initiatiefneemster constructief gewerkt aan dit project.
Het heeft geleid tot een wat andere erfpachtconstructie dan in de landbouw gebruikelijk is. Dat heeft alles te maken met het feit dat het hier om begraven gaat. De duur van het contract is 60 jaar, mede omdat zo aan de wensen voldaan kan worden van degene die zich bij leven voor een plaats op De Utrecht hebben ingeschreven. Na die 60 jaar stopt het begraven en neemt a.s.r. real estate het beheer van het natuurterrein over. Hierbij geldt de verplichting om de graven eeuwig ongemoeid te laten.
De graven liggen verspreid over het terrein. Er is voldoende privacy rondom het graf. Elk tenminste 2,5 meter uit elkaar en met voldoende afstand tot een boom. Het financiële plaatje pakt volgens de beheerder van Natuurbegraafplaats De Utrecht voordelig uit. Gunstiger dan een kerkhof, ook omdat er geen verder onderhoud nodig is. Voor een graf voor een persoon rekent ‘De Utrecht’ 3.750 euro, waarvan a.s.r. real estate ook een percentage krijgt om straks het beheer van het natuurterrein te kunnen bekostigen. Ook andere typen graven zijn mogelijk zoals een generatiegraf, geschikt voor een familie of een vriendengroep. Behalve een lichaam kan er ook de as-urn na een crematie worden begraven of de as kan worden uitgestrooid. Niet in het open veld, maar onder een laag humus. Ook hier zet het natuurlijke zich door.
Ze doet het werk niet alleen. Collega Gijs doet het terrein beheer en Anita helpt als gids. Daarnaast zijn er vijftien vrijwilligers aan de natuurbegraafplaats verbonden, die wekelijks in de natuur werken. De meesten hebben een partner begraven of zelf een plek voor het natuurbegraven uitgekozen.
Drie jaar na de start loopt het goed, er is volop belangstelling, maar dat zegt nog niet zoveel constateert Joyce Sengers nuchter. “Natuurontwikkeling is iets van lange adem. Ik ben trots, dat we deze transformatie in gang hebben gezet. Uiteindelijk ben ik ook maar een tijdelijke hoeder van dit gebied." Ze toont zich dankbaar dat deze mooie kans op haar levenspad kwam. Het dagelijks bezig zijn met de leven-dood-kringloop maakt haar bewust van de tijdelijkheid en tegelijk van het oneindige. Dat bewustzijn ziet ze ook terug bij degenen, die een graf nemen. “Vooraf had ik niet gedacht dat de natuur op De Utrecht voor mensen zo van betekenis zou zijn rond loslaten en weer doorgaan.“