29 november 2023 | 4 min.
Het vertrouwen dat boeren en tuinders in hun onderneming hebben is in het derde kwartaal van 2023 met minder dan een punt toegenomen ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023. De index verschoof van 5 punten naar 6 punten en ligt hiermee nog steeds onder het langlopende gemiddelde dat op ruim 11 punten staat. In de sectoren akkerbouw en melkveehouderij daalde het vertrouwen, met respectievelijk 4 en 1 punt.
De stemmingsindex en de toekomstverwachting van ondernemers in de akkerbouw daalden voor de langere termijn. De daling van beide indexen die na weging de Vertrouwensindex vormen was respectievelijk -3,5 punt en -4 punten. Mark Manshanden, economisch onderzoeker bij Wageningen Economic Research geeft aan dat de negatieve bijstelling van de stemmingsindex mogelijk komt door het natte einde van het seizoen; “De gewassen komen wel van het land maar dat gaat niet gemakkelijk. De prijzen lijken nu, na een jaar hoog te zijn geweest weer te dalen. Aan de andere kant wordt de prognose van de kwaliteit van bijvoorbeeld suikerbieten ook positief bijgesteld. Al met al een redelijk gemiddeld resultaat”. Voor de langere termijn geeft hij aan dat er grote uitdagingen zijn in de akkerbouw zoals landgebruik, gewasbescherming en mestwetgeving. Hij voegt hieraan toe dat deze thema’s waarschijnlijk bepalend zijn voor toekomstverwachting.
Bij de melkveehouderij is de huidige stemming op het bedrijf vooral de oorzaak van een lager vertrouwen in het derde kwartaal van 2023. De daling van 12 punten van de stemmingsindex is groter dan in de beide kwartalen daarvoor (-9 punten). Deze index komt daarmee uit op ruim 16 punten. Hiermee is deze het laagst in vergelijking met de andere landbouwsectoren en komt voor het eerst sinds lange tijd onder het landelijk gemiddelde uit. Sector deskundige Jacob Jager van Wageningen Economic Research kan deze pessimistische stemming te wijten zijn aan de sterk gedaalde melkprijs. Ook de stijging van de rente heeft een nadelige invloed op de stemming. Ondernemers die op het punt staan om te investeren, kunnen te maken krijgen met een flink hogere rente.
Melkveehouders zijn over de toekomstverwachting wel wat positiever geworden. Lag de index in het tweede kwartaal op -13, nu komt deze index uit op -6 punten. Het langlopende gemiddelde voor deze sector is 4 punten, de huidige index ligt hier dus nog wel onder. De Jager zegt hierover “Dit vindt zijn oorsprong in de onzekerheid die er is rondom de vermindering van de stikstof uitstoot door de agrarische sector. Ook het (versneld) afbouwen van de derogatie, doelen voor klimaat, waterkwaliteit (bufferstroken) en grondgebondenheid spelen hierin een belangrijke rol. Dit vertaalt zich rechtstreeks in een negatieve verwachting voor de middellange termijn. Dat deze verwachting iets minder negatief is geworden komt wellicht door het vallen van het kabinet waardoor grote ingrijpende veranderingen zijn uitgesteld. Een aantal partijen stelt daarbij dat de stikstofdoelen niet in 2030 maar pas in 2035 moeten worden gehaald (zoals in de wet staat). De samenstelling van het nieuwe kabinet bepaalt in sterke mate of er in de verdere toekomst grote veranderingen mogen worden verwacht.”
Sinds enkele weken is het mogelijk, om wanneer u een primair agrarisch bedrijf heeft, zich aan te melden om deel te nemen aan de enquête. Ga naar de website van Wageningen Economic Research, uitvoerder van dit onderzoek, en vul uw gegevens hier in
De Agro Vertrouwensindex wordt door Wageningen Economic Research uitgevoerd, a.s.r. real estate is één van de opdrachtgevers van dit onderzoek. De index meet sinds 2013 het vertrouwen van agrariërs in hun onderneming. 475 agrarische bedrijven hebben deelgenomen aan de enquête. Ondernemers worden elk kwartaal bevraagd over hun vertrouwen in hun onderneming. Dit gebeurt door te vragen naar de huidige stemming op het bedrijf en naar het vertrouwen voor de langere termijn. Samen vormen deze indexen de Agro Vertrouwensindex. Alle resultaten van het onderzoek en de deelsectoren zijn te vinden op agrimatie.nl
Ga naar alle resultatenDe antwoorden worden gegeven op een vijfpuntsschaal, van zeer negatief tot zeer positief. Om de stemmingsindex en de verwachte situaties te berekenen, zijn de volgende berekeningen toegepast:
De schalen lopen van -100 en +100. De antwoorden van de respondenten worden gewogen volgens een wegingsschema gebaseerd op de Farm structure survey (FSS).