30 mei 2023 | 5 min.
Het vertrouwen in eigen onderneming van akkerbouwers en melkveehouders loopt in het eerste kwartaal van 2023 sterk uiteen. Bij akkerbouwers nam het vertrouwen in de eigen onderneming toe met ruim 3.5 punten terwijl die bij melkveehouders juist afnam met 5 punten. Dit blijkt uit de Agro Vertrouwensindex, de index die het vertrouwen meet van agrarische ondernemers in Nederland.
Hoewel het vertrouwen tussen akkerbouwers en melkveehouders uiteenloopt, zijn beide sectoren nog steeds negatiever gestemd dan gemiddeld. Met name de melkveehouders hebben minder vertrouwen, daar ligt de score 12 punten lager dan het langlopende gemiddelde. Hierdoor zijn bijna evenveel melkveehouders positief over hun bedrijf als negatief. De index is nagenoeg nul (0,6 punt). Bij akkerbouwers ligt de score afgelopen kwartaal maar 1 punt lager dan het langlopende gemiddelde.
Het verschil tussen de twee grondgebonden sectoren is ook zichtbaar bij de stemmingsindex, de index die het huidige vertrouwen meet. De melkveehouders hadden de afgelopen drie perioden een zeer positieve stemming, maar de index laat dit kwartaal een scherpe daling van 8 punten zien.
Melkveedeskundige Jakob Jager vertelt hierover: “Hoewel de index voor de melkveehouders daalt, is de algemene stemming bij melkveehouders nog steeds positief, vermoedelijk omdat de melkprijs nog relatief hoog is. Ook zijn de prijzen van kunstmest gedaald. Andere kosten zoals voer en energie liggen nog wel op een hoog niveau. Echter, veel melkveebedrijven wekken hun stroom voor een groot deel zelf op en zolang de salderingsregeling nog van toepassing is, hebben ze minder last van de hoge energieprijzen”.
Hoewel de index voor de melkveehouders daalt, is de algemene stemming bij melkveehouders nog steeds positief, vermoedelijk omdat de melkprijs nog relatief hoog is.
Bij de akkerbouwers nam de stemming juist toe met bijna 8 punten tot bijna 27 punten.
Akkerbouwdeskundige Mark Manshanden geeft aan: “Voor de akkerbouw geldt dat prijzen van belangrijke gewassen als suikerbieten, aardappelen en ui zich positief blijven ontwikkelen. De tarwe prijzen zijn wel wat gedaald sinds vorig kwartaal. Voor de suikerbieten geldt dat er wereldwijd een krap aanbod is. Mede daardoor kunnen Nederlandse marktpartijen de producten goed verkopen. Ook voor aardappelen is het aanbod beperkt. Door de late start van het seizoen, waardoor vroege aardappels later op de markt verschijnen, overstijgt de vraag het aanbod. De prijs van 50 euro per 100 kilo komt in zicht. Dat is echt een unicum.”
Ook voor de middellange termijn zijn het vooral de melkveehouders die negatief gestemd zijn. Met een index van -22 is deze niet ver meer van het dieptepunt dat ten tijde van de Corona uitbraak werd genoteerd. Volgens melkveedeskundige Jakob Jager vindt dit zijn oorsprong in de onzekerheid rondom de reductie van de stikstofuitstoot door de agrarische sector. Hij zegt hierover: “Het is nog steeds onduidelijk welke bedrijven moeten reduceren of wellicht moeten verdwijnen. En of dit via opkoop of via technische ontwikkeling zal moeten gebeuren. Dit maakt melkveehouders onzeker over hun toekomst. Ook zaken als het (versneld) afbouwen van de derogatie, doelen voor klimaat, waterkwaliteit (bufferstroken) en grondgebondenheid spelen een belangrijke rol”.
Het is nog steeds onduidelijk welke bedrijven moeten reduceren of wellicht moeten verdwijnen. En of dit via opkoop of via technische ontwikkeling zal moeten gebeuren.
Ook akkerbouwers verwachten nog niet veel van de langere termijn. Maar hier bleef deze index nagenoeg ongewijzigd op -8 punten staan. Nog altijd is dit een lagere score dan het langlopende gemiddelde voor deze sector.“Men houdt voor de toekomst mogelijk rekening met gereduceerd rendement door het in 2023 in werking getreden 7de actieprogramma nitraatrichtlijnen”, aldus Sectordeskundige Mark Manshanden. “Ook speelt onzekerheid over het toekomstig gebruik van gewasbescherming een rol. Veranderingen in de binnenlandse politiek en het uitblijven van een landbouwakkoord (ten tijde van het uitbrengen van deze resultaten) zijn ook van invloed op vertrouwen in het eigen bedrijf op de middellange termijn”.
De Agro Vertrouwensindex wordt door Wageningen Economic Research uitgevoerd, a.s.r. real estate is één van de opdrachtgevers van dit onderzoek. De index meet sinds 2013 het vertrouwen van agrariërs in hun onderneming. De enquête is verstuurd op 3 april en het vaste panel kon tot en met 24 april zijn of haar mening geven. 562 agrarische bedrijven hebben deelgenomen aan de enquête. Ondernemers worden elk kwartaal bevraagd over hun vertrouwen in hun onderneming. Dit gebeurt door te vragen naar de huidige stemming op het bedrijf en naar het vertrouwen voor de langere termijn. Samen vormen deze indexen de Agro Vertrouwensindex. Alle resultaten van het onderzoek en de deelsectoren zijn te vinden op agrimatie.nl
Ga naar alle resultatenDe antwoorden worden gegeven op een vijfpuntsschaal, van zeer negatief tot zeer positief. Om de stemmingsindex en de verwachte situaties te berekenen, zijn de volgende berekeningen toegepast:
De schalen lopen van -100 en +100. De antwoorden van de respondenten worden gewogen volgens een wegingsschema gebaseerd op de Farm structure survey (FSS).